Met het vertrek van Sven van Beek is Jens Toornstra de speler in de selectie met de meeste jaren voor Feyenoord. Sinds 2014 zit de Ter Aarder al bij de selectie van de Rotterdammers en met zijn 32 jaar is hij inmiddels één van de meest ervaren spelers. Toornstra is inmiddels aan zijn vijfde trainer toe bij Feyenoord en Mikos Gouka van het Algemeen Dagblad interviewde hem uitgebreid.
De onvermoeibare Toornstra merkt dat er sinds het vertrek van Dick Advocaat ook daadwerkelijk dingen zijn veranderd. De speelstijl is veel meer gericht op de tegenstander op eigen helft onder druk te kunnen zetten. De hele selectie moet daarbij veel meer meters maken dan onder de vorige trainer, beaamt de middenvelder, maar zoals hij zelf zegt, "wel leuk zwaar." Toornstra merkt dat achter elke training een gedachte zit die naar de wedstrijd is vertaald. Waarbij het doel vaak is om zo snel mogelijk de bal terug in bezit te krijgen. Niemand kan verzaken bij deze speelstijl omdat het risico is dat Feyenoord wordt weggetikt. Toch benadrukt Toornstra dat deze speelstijl hem beter ligt, aangezien hij ook één van de spelers was die vorig jaar bij Advocaat aanklopte met de vraag of er niet wat aanvallender gespeeld kon worden.
Gouka haalt aan dat Feyenoord ook dit seizoen wellicht weer gebukt zal gaan onder de hoge verwachtingen. Toornstra zelf gaat daar maar deels in mee. "Ik weet niet of die verwachtingen echt een negatieve uitwerking op ons hebben gehad.'' Maar ambitieus zijn is volgens de Feyenoorder niet verkeerd. Toch liegen de cijfers er niet om. De ploeg eindigde in de laatste zeven jaar immers slechts één keer boven de derde plaats en toen werd het kampioen. Met een nieuwe trainer, nieuwe speelwijze en grotendeels nieuwe groep moet Feyenoord wellicht de lat wat lager leggen, stelt Gouka. De reserveaanvoerder van Feyenoord gaat daar wel in mee: "Dat vinden veel mensen misschien niet leuk om te horen. En het is ook niet leuk om te zeggen, want als Feyenoord wil je het liefst altijd echt meedoen."
