COLUMN | Aanmodderen in niemandsland

COLUMN | Aanmodderen in niemandsland

Foto: Pro Shots
Vanochtend werd ik wakker, redelijk vroeg. Ik had geen droge mond, geen hoofdpijn. Ik werd zelfs even voor de wekker wakker en er stond geen glas water naast mijn bed. Niets wees erop dat ik de dag ervoor een feestje had gehad. En toch werd ik wakker met een kater. O ja, verdomme, ik ben Feyenoordsupporter. Elf dagen eerder, op 2 december: “Als je zo scherp speelt kan je het zelf Barcelona moeilijk maken.” Is getekend Robin van Persie, even na de 2-1 overwinning op PSV. Het is bizar hoe één wedstrijd de stemming rond een club kan veranderen. Maar gelijk na de nederlaag tegen Fortuna maak ik een afspraak met mezelf. Ik zou iedereen in mijn omgeving normaal te woord staan en niet met een chagrijnig hoofd door het huis lopen. Immers liep ik ook niet in de polonaise na de overwinning tegen PSV. Voeten op de grond. Wat hebben deze wedstrijden veranderd aan het feit dat wij derden worden? Toch jammer om het nu te moeten constateren, nu het voetbal weer ergens op begon te lijken. Enfin. Zondagavond, zeven uur, bord op schoot. Een huisgenoot, die niet veel voetbal kijkt, merkte op dat Fortuna toch helemaal niet zo’n hoog aangeschreven ploeg is. “Nee, dat is waar..” Een ander zei dat die kans van Berghuis ‘er best in kon’. “Dat is Van Persie. Maar je hebt gelijk.” “Hoe veel punten staan PSV en Ajax n…” “EN NU HOUD JE JE MOND!” De kater was best te verklaren. Na de overwinning tegen PSV had ik weer een klein, klein beetje hoop. Wie niet? Stiekem, ergens diep van binnen, tegen beter weten in. Die hoop is nu weer vervlogen, en met hem de spanning. De zondag begon ik overigens nog vol goede moed. Toen de opstelling naar buiten kwam, kreeg ik alleen maar meer zin in de wedstrijd. Acht (!!) spelers uit eigen jeugd. Helaas. We werden met onze neus op de feiten gedrukt. Feyenoord heeft geen team in de Keuken Kampioen Divisie, en dat kost ons punten. Nu wacht een lange tweede seizoenshelft. We gaan een paar wedstrijden leuk spelen, dan weer eentje verliezen. Een keer de jeugd de kans geven, dan weer terugvallen op routine. En zo blijven we aanmodderen in niemandsland. Wachtend op het volgende seizoen, waarvan we waarschijnlijk ook niet veel hoeven te verwachten. Zo zal het gaan, tot de club knopen doorhakt. Een stadion bouwt, of juist niet. (En dan nog ééntje voor het [i]to do-lijste[/i]: zet Tapia te koop! Sloom, slordig, onhandig. En is dat vechten voor je laatste kans?) Trouwens, beste lezer, voor ik weer afscheid van je neem nog even één ding. Die Steven Berghuis. Ik kijk liever naar voetbal in het stadion, maar thuis voor de tv zitten heeft ook voordelen. Ik geniet van de blikken in de ogen van spelers. Met name die van Steven. Ik geniet als de camera zijn voeten volgt bij de zijlijn. Ik wil niet overdrijven, maar hij wordt goed. Echt goed. Voor de tweede seizoenshelft verheug ik me op het vernuft van Steven, en op de beker natuurlijk. Als een soort aspirine. En dan maar hopen dat het helpt. [i]Peter[/i]
Lees ook