Het Herenakkoord is in 2019 een maatregel tegen de transfergekte rond jeugdspelers. Waarom zouden clubs veel geld investeren in hun opleiding als ‘grote’ clubs de spelers komen weghalen? Het akkoord klinkt mooi, maar valt in de realiteit tegen. Clubs mogen niet actief jeugdigen benaderen maar de speler mag wel zelf aangeven weg te willen. Hierdoor ontstaan er dus interpretatieverschillen.
Er was een zogeheten Herenakkoord bij zes cubs in de Eredivisie die veel geld investeren in de jeugd: PSV, AZ, Ajax, Feyenoord, FC Utrecht en Vitesse. Deze clubs spraken af met elkaar om niet actief elkaars jeugdspelers te werven. Dat Herenakkoord loopt af op 1 juli en nu is er een nieuw (strenger) akkoord. Het Algemeen Dagblad schrijft erover in de krant.
Zelfs zo ver dat in 2024 Feyenoord en FC Utrecht een geschil uitvechten voor de arbitragecommissie van de KNVB. Utrecht is drie jeugdspelers kwijtgeraakt en stuurt facturen aan Feyenoord, omdat zij denken dat vanuit het Herenakkoord de rekening gestuurd mag worden. Het AD weet: “De arbitragecommissie oordeelt uiteindelijk dat Feyenoord de afspraak heef 'geschonden'. Maar omdat het om een 'morele' afspraak gaat, is deze juridisch niet 'bindend en afdwingbaar'. Dus: de club hoeft niet te betalen.”
Nieuw akkoord
Het nieuwe akkoord heet ‘Regeling Jeugdopleidingen’ en zal net iets anders zijn. Het is getekend door Ajax, PSV, Feyenoord, AZ en FC Utrecht en deze clubs mogen elk jaar één speler actief benaderen. Wanneer een overgenomen speler tien wedstrijden in het eerste elftal speelt, moet het aankoopbedrag nogmaals worden voldaan. Daarnaast ontvangt de opleidende club twee procent van een toekomstige transfersom.
Lees meer over
