Slot is duidelijk in wat hij niet wil: 'Zwart-wit en resultaatgericht. Daar kan ik soms moeilijk tegen.' De trainer kan dan ook best goed tegen zijn verlies, zegt hij zelf: 'Ik bedoel daarmee: als het speelplan dat ik samen met mijn staf heb uitgedacht klopte, spelers het goed hebben uitgevoerd en voldoende fanatiek zijn geweest, dan kan ik een nederlaag goed accepteren.' Slot kan er niet tegen als Feyenoord verliest op basis van een slecht (uitgevoerd) strijdplan of door de inzet van de spelers. Dat wil niet zeggen dat Slot niet teleurgesteld is na puntverlies, dat komt met name doordat het goede spel dan onderbelicht is. Slot baalt dat de publieke opinie bij een nederlaag vaak is dat ‘alles’ slecht is.
Goed spel of kampioen worden?
De 45-jarige trainer geeft uiteraard een genuanceerd antwoord. Hij wordt liever kampioen door met geluk alles te winnen dan met fantastisch voetbal een tweede plek te behalen, maar hij gelooft dat het op die manier werkt in de voetballerij. Bovendien vindt Slot dat goed voetbal ook zorgt dat spelers zich ontwikkelen. Ook hier heeft Slot langer over nagedacht en Slot stelt hardop de vraag als enkel en alleen teams worden herinnerd die hebben gewonnen, wat er dan met die andere teams gebeurt in de herinnering van mensen. Slot denkt dat goed voetballende ploegen ook onthouden worden, zoals bijvoorbeeld de Champions League-wedstrijd uit tegen Atlético Madrid.
Had het dit seizoen beter gekund?
Slot vindt het puntverlies deze competitie onnodig, maar kan het ook beredeneren. De selectie was bij de start van de competitie niet compleet, waardoor Feyenoord niet twintig procent beter was de tegenstander. Daarnaast noemt de trainer een koploper die, in de eerste competitiehelft, foutloos was. Maar dat Feyenoord zichzelf tekort heeft gedaan, dat vindt hij ook. Maar kritisch als hij is, komen er ook beelden op tafel van de 2-1 bij Celtic uit. Slot laat zien waar het aan mankeert (spelers zijn er niet ‘bij’) en heeft deze beelden uiteraard gebruikt tijdens de nabespreking.
Beeld van de wedstrijd
Arne Slot vertelt eerlijk over hoe hij te werk gaan. Na de wedstrijd spreekt hij natuurlijk met de media, maar ook met mensen binnen de club en vrienden/ familie. Ook vraagt hij aan video-analist Roderick van der Ham om een korte samenvatting. Als het beeld van ‘het publiek’ naar zijn mening niet strookt met de realiteit dan gaat Slot dat beeld richting zijn spelers bijstellen, dat kan zowel positief als negatief zijn. En zo werkt Slot aan de ontwikkeling van zijn spelers, iets waar hij bijzonder trots op is. Slot geeft Mats Wieffer als voorbeeld van iemand die zo enorm veel groei heeft doorgemaakt. Als Wieffer nog eens dezelfde stappen kan zetten, denkt Slot zelfs dat de middenvelder één van de beste spelers van de wereld kan worden. Slot voegt daar snel aan toe dat het voor iedereen onrealistisch is om dezelfde grote groei door te zetten. Maar dat is wel waar de trainer/coach voor werkt. Slot wil zijn spelers blijven raken, dat is het meest belangrijke voor hem. En Slot toetst dit bij zichzelf, om hem heen, maar luistert stiekem ook naar de geluiden in het stadion na een thuiswedstrijd.