COLUMN | Het gelijk van Vincent Janssen

Zondag 19 maart. Het begin van de interlandperiode. Ik merk dat een lange zucht m’n lichaam verlaat. Op de site van Feyenoord staat vol trots dat er maar liefst 16 internationals uitvliegen. Het liefst had ik ze persoonlijk allemaal opgesloten en na morgen pas weer vrijgelaten. De realiteit is dat niemand zit te wachten op interlandvoetbal. Natuurlijk zijn we trots op ‘onze’ jongens en de internationale belangstelling. Maar deze vervloekte interlands konden niet op een slechter moment komen. Slot ontkende dat deze break ten koste zou gaan van het ritme van zijn elftal. Op het moment dat de plaatselijke Gibraltarese stukadoor, die ironisch genoeg Walker heette, het been van Mats Wieffer trachtte in drie stukken te breken zal hij daar ongetwijfeld anders over gedacht hebben. De middenvelder speelde overigens tot groot ongenoegen van Amsterdam een prima wedstrijd. Wieffer had zonder dat mysterieuze virus tegen Frankrijk blijkbaar al mogen debuteren. In die zin mogen we de kipkerrie dus nog dankbaar zijn. De wedstrijden van Turkije, Iran, Noorwegen en Peru moeten nog gespeeld worden en we kunnen alleen maar hopen dat onze spelers niet tegen meer fysieke ongemakken aanlopen. Want als we de balans opmaken: Geertruida met ogenschijnlijk een hamstringblessure, Trauner niet okselfris, Szymanski sloeg een training over en zat bijna de hele wedstrijd tegen Albanië op de bank. Jahanbakhsh bleek ook niet wedstrijdfit. Wieffer die na het virus nog een moordaanslag op z’n been kreeg. Interlands in deze fase van het seizoen inplannen kan alleen maar gestoord genoemd worden. In die zin snap ik de keuze van Vincent Janssen om te stoppen als international volledig. Hij is fit voor zijn club Antwerp. De cruciale fase van het seizoen is aangebroken, nú worden de prijzen verdeeld. Tussen 1 april en 31 mei wordt door Feyenoord het krankzinnige aantal van minimaal elf en maximaal vijftien wedstrijden gespeeld. Een speler die er twee weken uit ligt, kan zomaar vier à vijf wedstrijden missen. Het is de tol van het meestrijden op drie fronten. Een weelde die eigenlijk nooit eerder voorkwam. Maar steeds meer blijkt dat het je reinste roofbouw is die er gepleegd wordt. Spelers klagen steen en been over de overvolle agenda, net als supporters, wanneer het ze uitkomt. (zie hierboven) Gelukkig zijn we voorlopig even verlost van de hinderlijke onderbrekingen en heeft magiër Arne Slot wél de toverformule om zijn ploeg fit te houden. Nog vier keer uit en vier keer thuis. De competitie is veruit het belangrijkste. Al zou de eerste dubbel sinds 1984 helemaal fantastisch zijn. En de treble? Bij de gedachte moet ik mijn bed al verschonen. [i]Raymond[/i]
Reageren

Lees ook

Meer nieuwsberichten