Guus Til is als een kind zo blij met de finaleplaats voor de Rotterdammers. De middenvelder kon op een gegeven moment het conditioneel niet meer volhouden, hij zag dat het geen goede wedstrijd is, maar dat maakt niets uit.
“Ja jezus, ik heb me niet eens beziggehouden met hoe we speelden. De laatste vijf minuten werd het nog billen knijpen. Op een gegeven moment zag ik Lutsharel nog naar voren rennen en ik dacht ohhhhhh”, aldus Til bij ESPN.nl. “Gelukkig fluit hij af bij die corner want straks knikken ze hem nog binnen.”
Til zag dat het een onrustige wedstrijd was, waar Feyenoord vooral verdedigend heel goed stond. “Vanaf de 30ste kwamen we er steeds beter in. Ons centrale duo heeft zoveel ballen weggekopt. We hebben volgens mij geen echt grote uitgespeelde kansen weggegeven.l Hooguit een tweede bal uit een corner of zo. Wij kregen er nog wel wat op de counter, maar wat geeft het we hebben het gehaald”, aldus Til. Til wil vooral Trauner nog even uitlichten.“Trauner die heeft echt een magneet op zijn kop al die ballen vallen op zijn hoofd, althans verdedigend aanvallend kopt hij hem altijd over”, zegt de middenvelder lachend.
Het was een wedstrijd met een behoorlijk opgefokte sfeer in het stadion. “Het stadion was fantasisch, Marseille fans zijn gruwelijk en dan hadden we geluk dat een tribune leeg was. Onze fans waren ook fantastisch. We kregen nog een steen tegen de ruit van de bus, toen dacht ik het gaat zo’n potje worden dus.” Til vond toch de thuiswedstrijd heter dan deze halve finale. “De thuiswedstrijd was misschien nog wel heter, van 2-0 voor naar 2-2.”
Toch is voor Til het seizoen nog niet geslaagd met een finaleplaats in de Conference League. Al in de Kuip tegen Drita zag Til een spandoek hangen waar op stond dat Feyenoord naar Tirana zou gaan. “Nee je speelt niet zo’n toernooi om in de finale te komen, maar om hem te winnen.”
