Kuipers: 'De interventiegrens van de VAR ligt heel erg hoog'

Kuipers: 'De interventiegrens van de VAR ligt heel erg hoog'

Foto: Pro Shots
In Nederland is de VAR al niet meer weg te denken en ook in de Champions League wordt tegenwoordig gebruikt gemaakt van de VAR. Topscheidsrechter van Nederland Björn Kuipers is voorstander van de VAR, maar vind ook dat de lat omhoog moet. Er moet minder ingegrepen worden door de VAR. Kuipers laat in gesprek met de Telegraaf duidelijk blijken voorstander te zijn. “Ook al zitten we in Nederland en een aantal andere landen in een leerproces en verloopt het nog niet altijd vlekkeloos. Ik wil die parachute toegeworpen krijgen, heel graag zelfs, zoals op het WK tijdens Brazilië-Costa Rica met Neymar. Danny Makkelie greep in, omdat ik een penalty had gegeven en zei: ’Kom zelf even kijken, want ik vind het niks’. Ik kreeg die ontsnappingsmogelijkheid en pakte hem”, aldus Kuipers, die zegt te begrijpen waarom het onder meer in de Eredivisie nog niet vlekkeloos verloopt. “De interventiegrens op het WK en nu in de Champions League – het moment van mogen ingrijpen – ligt heel erg hoog. In Nederland hebben we, denk ik, een ingreep of 75 gehad. En 95 procent daarvan was fantastisch. Maar de lat moet wat mij betreft hier ook omhoog. Dan moeten de tv-commentatoren en journalisten dat ook gaan begrijpen. Neem mijn wedstrijd FC Utrecht-FC Groningen van vrijdag. Michiel Kramer maakt bij een ingooi een beweging met zijn arm. Ik zou als VAR nooit ingrijpen. En de FIFA en UEFA willen dat ook niet op zulke momenten. Het was geen honderd procent elleboogstoot, hooguit een ongelukkige actie, waarbij hij zich met zijn arm een beetje breed maakt. Ik had moeten fluiten en een gele kaart moeten geven. Maar ik zag de samenvatting en dan hoor ik de commentator zeggen: ’Dit had rood moeten zijn’. Onzin!”, aldus de bevlogen Kuipers. “De VAR moet minimaal ingezet worden voor het grootst mogelijke voordeel: minimum interference for maximum benefit. Een goal scoren met de hand, achter mijn rug een elleboogstoot geven of een gemene trap die ik niet heb gezien, dát is iets voor de VAR. Hij moet alleen ingrijpen bij – en ik kan het niet vaak genoeg zeggen – duidelijk zichtbare fouten. Als het niet clear en obvious is, blijft de VAR ervan af. En dat is de lijn die we in Nederland moeten inzetten.” Kuipers vindt het niet gek dat het soms wat moeizaam gaat met de VAR. “De VAR is nieuw. Iedereen is supergefocust en geconcentreerd om het zo goed mogelijk te doen. Soms zijn er echter momenten, waarvan we eigenlijk zouden moeten zeggen: blijf ervan af. Ook de Nederlandse VAR wil geen foutje maken, wil graag behulpzaam zijn. Maar hij moet gaan beseffen dat hij de ondersteuning is van de scheidsrechterlijke beslissing. Hij moet zorgen dat de scheidsrechter als eindverantwoordelijke optimaal kan functioneren”, zegt de internationaal ervaren arbiter. “Zo moet de VAR worden gebruikt en niét bij elk momentje. In slow motion lijkt ook alles vele malen erger dan het op ware snelheid is. Dat is onderdeel van het leerproces. Iedereen moet weten dat áls ze de scheidsrechter naar het scherm roepen, ze ook het beeld uit het juiste camerastandpunt voorzetten én dat ze goed communiceren wat er nu precies is gebeurd. Bij een rode kaart wil ik eerst het contactmoment zien, waar en waarmee de speler wordt geraakt. Daarna wil ik het moment vertraagd zien en vervolgens – nooit te vergeten – op normale snelheid. Dan kun je een keuze maken. Als er al discussie is of de speler op de voet wordt geraakt of net erboven. Doe er dan gewoon niks mee!” De arbiter hoopt en verwacht dat de kritiek op de VAR vanzelf gaat afnemen. “We zitten in een leerfase. Daarom moeten we positief blijven. Elke scheidsrechter vindt het zó fijn dat je in cruciale wedstrijden een parachute toegeworpen kunt krijgen. In het begin tast het misschien je autoriteit wat aan of het vertrouwen van de spelers richting jou. Maar daar gaat het uiteindelijk niet om. Alleen de eerlijkheid van het spel telt.”
Lees ook