'Bij een topclub werkt het dan heel simpel, dan gaat er een streep door je naam'

'Bij een topclub werkt het dan heel simpel, dan gaat er een streep door je naam'

Foto: Pro Shots
Kevin Diks heeft een seizoen beleeft met diepe dalen en hoge pieken. Hoe hij zijn basisplaats verloor en weer veroverde. Daarnaast verloor hij een goede vriend David Astori van Fiorentina. Diks is het voorbeeld dat hard werken leidt tot succes. Diks heeft na het winnen van de KNVB beker even terug gedacht aan tien jaar geleden. ‘Samen met mijn vader was ik erbij in 2008 toen Feyenoord de finale won van Roda JC, liepen we vanaf de Coolsingel naar het stadion. Voor een jongetje van elf jaar zijn dat onvergetelijke belevenissen, dus daar dacht ik wel even aan toen ik op dat veld stond, over wat er in tien jaar allemaal niet kan gebeuren. Nou, heel veel, weet ik uit ervaring.’ Voor Diks was het zijn tweede beker in twee seizoenen, in gesprek met Voetbal International krijgt hij de vraag welke mooier is. ‘Deze, want hij is van goud en ik win ’m als speler van Feyenoord. Vorig seizoen vond ik het ook prachtig, winnen met Vitesse, toch de club waar ik ben opgegroeid, alleen speelde ik toen veel minder. Dit keer had ik echt een aandeel in het winnen van die cup, plus het feit dat ik ’t mocht doen met de club waar ik als kleine jongen al supporter van was. Alles bij elkaar maakt dat het extra bijzonder.’ Veel mensen hadden Diks al afgeschreven. ‘Veel mensen, supporters, journalisten, voetbal-volgers, noem maar op, zullen dat inderdaad hebben gedaan. En natuurlijk heb ik mezelf ook wel zorgen gemaakt toen het even niet liep, alleen wist ik ook waar het aan lag. Het is niet zo moeilijk te verklaren. Vorig jaar heb ik niet veel gespeeld. Pas toen Fiorentina me in de winter verhuurde aan Vitesse kreeg ik minuten, maar wilde ik weer te veel laten zien in korte tijd. Jeugdige onbezonnenheid, denk ik nu, ik was twintig jaar, enthousiast, dacht dat ik alles aan kon. Maar ja: zonder ritme ga je dan gewoon fouten maken en dat is precies wat toen gebeurde. Na dat halve seizoen Vitesse ging ik terug naar Florence en al snel belde Feyenoord. Ondanks dat niet zo geweldige halfjaar in Arnhem bleek de club, de kampioen, toch heel veel vertrouwen in me te hebben. Enige probleem: de situatie was niet echt veranderd, want nog steeds had ik niet het wedstrijdritme dat nodig is om te kunnen presteren. Vervolgens moest ik er wél gelijk staan toen Bart Nieuwkoop geblesseerd raakte in de voorbereiding. Ik debuteerde in de eerste competitiewedstrijd, had ook niet echt tijd om me aan te passen. Het gevolg: problemen in de eerste maanden. Bij een topclub werkt het dan heel simpel, dan gaat er een streep door je naam.’ Vaak zie je spelers na zulke tegenslagen niet meer terug. ‘Mij wel. Alles draait om vertrouwen. Ik geloof in mezelf en mijn familie, vriendin, trainers en medespelers deden dat ook, zo voelde ik dat echt. Zij hebben me sterk gehouden. Voor mij was dat genoeg vertrouwen, want dat tel ik dan op bij mijn eigen karakter. Ik ben een jongen die juist harder gaat werken als het moeilijker wordt. Detrainer haalde me wel uit het team, een volkomen logische beslissing, en Jeremiah St. Juste ging op mijn positie spelen. Deed-ie heel goed, dus het enige dat ik kon doen was nog harder trainen. En op dat trainingsveld voelde ik steeds de vooruitgang. Ik kwam beter in vorm, kreeg meer vertrouwen. Uit tegen Manchester City in de Champions League voelde ik voor het eerst écht dat ik het niveau aan kon. Als je daar niet door het ijs zakt en gewoon op de been blijft, hoef je eigenlijk nergens meer bang voor te zijn. Dat gaf me het laatste beetje vertrouwen dat ik nog nodig had. Daarna bleef het wachten op een kans en ik dacht dat die zou komen uit bij Vitesse, toen St. Juste geblesseerd raakte. Maar de trainer koos weer voor Bart (Nieuwkoop). Ik geef toe, dat kwam op dat moment wel hard aan, mentaal gezien was dat echt een zware klap. Je kunt dan je hoofd buigen en de moed opgeven, maar ik voelde dat ik er klaar voor was. Het is dan een kwestie van een beetje geluk hebben. Na de competitiewedstrijd tegen PSV die we verloren, waren Haps en Malacia niet inzetbaar. De trainer wist dat ik ooit op die positie had gespeeld en gebruikte me als linksback tegen Heracles Almelo. Achteraf was dat de eerste wedstrijd die ik in De Kuip speelde met het vertrouwen, de overtuiging en de vorm die je moet hebben als speler van Feyenoord. Ik was er doorheen.’ Spelen voor Feyenoord is niet makkelijk. ‘Sowieso en zonder ritme helemaal. Ik weet van mezelf dat ik geen voetballer ben die op halve kracht goed mee kan, maar als ik hard werk en veel wedstrijden speel, ben ik zeker van waarde. Dat blijkt nu.’ Er is volgens Diks nogal een verschil tussen een fout maken in De Kuip of in de Gelredome. ‘Dat is zo en in het begin heb ik daar wel last van gehad. Ik maakte in de uitwedstrijd tegen Napoli in de Champions League een ketsertje en daarna was ik helemaal van de leg, want een fout, in zó’n grote wedstrijd, kan toch doorwerken. Ik had in de periode daarna niet het idee dat ik per se het zondebokje was voor de aanhang, maar iedere foute bal ging wel gepaard met het nodige gefluit en zo. Ik ben echt niet doof. Zelf kan ik er nog wel mee omgaan, maar voor familie en vrienden op de tribune was dat veel erger. Zij horen dan tijdens zo’n wedstrijd dingen over me waarvan je zou willen dat ze die niet horen. Maar juist hun steun en trots hebben me over het dode punt geholpen, los nog van de support van de spelers. Op mijn positie heb ik veel te maken met Steven Berghuis. Hij vormde vorig seizoen een ingespeeld koppeltje met Rick Karsdorp en ineens stond ik daar. Dan is het wel effe zoeken naar de juiste afstemming. Mijn voordeel is dat ik Steven al zowat mijn hele leven ken. In de jeugd van Vitesse heb ik altijd met zijn broertje gespeeld, zijn vader Frank is mijn trainer geweest. Ik heb vaak bij hem en z’n familie gelogeerd, z’n broer en ik zijn vrienden en we komen allebei ook nog uit Apeldoorn. Hoewel het met Steven in het begin logischerwijs ook even zoeken was, heeft-ie mij altijd gesteund en opgepept. En niet alleen hij, ook de andere jongens. Bart Nieuwkoop was mijn concurrent en tegelijk hielp hij me waar hij kon. Voor mij is dat soort steun veel belangrijker dan welke hulp van wie dan ook.’
Lees ook