Al een aantal jaar speelt Renato Tapia in het rood en wit van Feyenoord. Tapia is trots op wat hij heeft gepresteerd, ook al kan hij niet altijd rekenen op een basisplaats. ‘Ik heb hier de KNVB-beker, de landstitel en de Johan Cruijff Schaal gewonnen’, zegt Tapia tegen Voetbal International. ‘Ik speel Champions League. Ik mag met mijn land Peru naar het WK. Dan mag je toch ook lachen over wat je hebt bereikt met je land en je club?’
Met trainer Giovanni van Bronckhorst praten is niet in Tapia opgekomen. ‘Ja, dat doen jullie in Nederland graag. Bij ons in Peru is de trainer de baas en je doet gewoon wat hij zegt. Ik weet soms niet wat ik hier hoor. Op de trainingen kan een trainer wat zeggen, waarna er een hele discussie volgt. Die kan dan wel vijf minuten duren. Je zou er bijna bij in slaap vallen. In mijn land zou het niet eens in iemand opkomen. De trainer zegt wat er moet gebeuren. Hier is het heel vaak: Waarom? Ik weet dat de trainer mij elke dag op de training ziet en ook wil winnen. Stel dat ik wél op het middenveld word gezet, moet dan degene die ernaast staat met de trainer gaan praten? De lessen van mijn vader, mijn cultuur, zorgen er wel voor dat ik bescheiden blijf.’
