Het tweede doelpunt van Feyenoord in de thuiswedstrijd tegen PSV blijft de gemoederen bezighouden. Waar de KNVB aan de ene kant claimt dat de foutmarge van deze doellijntechnologie een milimeter is, vindt Peter de With, hoogleraar videotechnologie van de TU Eindhoven dat de foutmarge meer richting een centimeter gaat.
Volgens de hoogleraar is HawkEye een goed systeem, alleen is het niet mogelijk dat de foutmarge op een voetbalveld een milimeter is. 'In een labomgeving kun je het testen, maar dan zijn de doelpalen recht en is de doellijn nauwkeurig. In de werkelijkheid is dat anders. Dan heb je met grotere marges te maken. Een doellijn wordt getrokken door een kalkmachine, op gras dat niet glad is en waarvan sprietjes alle kanten op staan. Doelpalen staan ook nooit honderd procent recht. Daardoor is de berekening van de doelpositie veranderlijk, waardoor de doellijn in het model verschuift. Dit geeft foutmarges in de exacte positie van de doellijn', vertelt de With tegen Omroep Brabant.
Toch is de With van mening dat het HawkEye systeem betrouwbaar is. 'Het is in de tenniswereld begonnen. Maar daar heb je een gladde vloer, scherpere lijnen en minder spelers op het veld. Dat maakt het systeem een nauwkeuriger model. In het voetbal is het duidelijk lastiger. Je hebt te maken met meer spelers, maar ook met het weer. Het licht speelt ook een rol. Als de keeper een hand en arm op de bal heeft, dan schat het systeem waar het centrum en waar de rand van de bal is. Daar zitten toleranties in.'
De KNVB moet volgens de With wel met betrouwbare berichtgeving naar buiten komen, want dat milimeter-verhaal is een onzinargument. 'Wat ze zeggen moet wel kloppen. Het gaat eerder richting een centimeter. En dat is nog steeds betrouwbaar genoeg voor een werkbare oplossing die het duidelijk beter doet dan de gemiddelde keuzes die scheidsrechters maken in dit soort gevallen.'
Volgens de KNVB-directeur Gijs de Jong, heeft afgelopen zondag de waarheid gewonnen en daar waren veel mensen ontzettend blij mee. 'Het voetbal wordt eerlijker. Video-arbitrage is weer een volgende stap op weg naar de grootst mogelijke zuiverheid in het betaald voetbal. De sport wordt er beter van en ik ben er echt heel trots op dat wij in Nederland voorop lopen in deze ontwikkeling.'
