El Ahmadi: 'Er is geen volgende wedstrijd en geen volgend jaar meer. Ik wil nu winnen. Ik wil nu kampioen worden.’

El Ahmadi: 'Er is geen volgende wedstrijd en geen volgend jaar meer. Ik wil nu winnen. Ik wil nu kampioen worden.’

Foto: Pro Shots
Karim El Ahmadi, volgens het VI-klassement momenteel de beste speler van de Eredivisie, maakte in 2008 de overstap van FC Twente naar Feyenoord. Kende in zijn eerste seizoen bij Feyenoord een hele moeilijke periode. ‘Het moeilijkste is die discipline te houden, zorgen dat je niet ontspoort door het geld en de aandacht. Als je daar niet mee kunt omgaan heb je wel een probleem. Ik denk dat iedereen wel een fase meemaakt dat je daarin meegaat, dat je even gaat zweven. Ook ik. De kunst is het je op tijd te realiseren. Sommigen beseffen het pas als ze echt geen contract meer hebben.’ In het interview met Voetbal International doet Karim El Ahmadi zijn verhaal over de verschillende momenten die hij heeft meegemaakt bij Feyenoord: [i]Je kende een hele moeilijke beginfase bij Feyenoord. Weet je hoe dat kwam?[/i] ‘Daar heb ik de omslag gemaakt. Ik was 22 toen Feyenoord veel geld voor mij betaalde en ik al een goed salaris verdiende. Ik herken heel veel in de situatie waarin Bilal nu zit. Als ik met hem praat, zie ik alles weer voor me. Je bent de gevierde man bij FC Twente of Heerenveen en denkt die lijn vanzelf even door te trekken bij Feyenoord. Zo werkt het niet. Het is een heel andere wereld. Óf je blijft daarin hangen en je realiseert je het niet, óf je verandert het. Als je geluk hebt, gebeurt dat in je loopbaan. Toen ik naar Feyenoord kwam, arriveerde ik hier met een mooie auto. Ik had voor vijf jaar getekend en dacht dat me niks meer kon gebeuren, dat ik het wel even kwam laten zien hier. Terwijl er veel andere dingen bij kwamen kijken, bijvoorbeeld dat je heel hard moet werken en juist meer moet doen. Je bent er niet, je begint pas.’ [i]Hoe heb je het verlies uit bij PSV (10-0) ervaren?[/i] ‘Goed voorbeeld. Dat was in de fase van drie, vier maanden waarin ik niet goed bezig was. Kelvin Leerdam kreeg rood. Bij 2-0 moest ik invallen voor Leroy Fer. Als ik daaraan terugdenk, hoe ik het veld in liep en geen seconde dacht: We moeten even bij elkaar zijn of de beuk erin gooien. Natuurlijk was mijn ego gekrenkt omdat ik bij Mario Been op de bank zat. Ik dacht die wedstrijd echt bij mezelf: Volgende week beter, we staan toch achter. Als het niet loopt, dan loopt het niet. Dat is eerlijk, ja, en ik ben er niet trots op. Maar zo dachten we. Het is een voorbeeld van hoe je níét moet denken. Nu zou ik in die situatie er alles aan doen om te zorgen dat het wél gaat lopen. Maar nooit meer die instelling van: Vandaag lukt het niet. Als het niet loopt, moet je extra je best doen. Ik zou het nu heel anders doen. Dat was niet normaal. Weet je wat ook niet normaal was? De wedstrijd een paar dagen later tegen VVV. Het stadion was compleet uitverkocht en we kregen applaus. Dat kan alleen bij Feyenoord. Bij veel clubs zou er niemand meer staan.’ [i]Toen je voor El Ahli speelde, klopt het dat Fabio Cannavaro je de vraag stelde wat je daar in hemelsnaam deed?[/i] ‘Dat is echt waar, en hij had gelijk. In Dubai was het helemaal klaar. We trainden meestal in de avond en al bij het ontwaken dacht ik: Wat doe ik hier? Dat waren lange dagen. Ik heb goed kunnen leven, maar het knaagde iedere dag. Elke dag wakker worden met het gevoel dat je als voetballer niet geslaagd bent. Mijn hele leven was de liefde voor het spel er geweest en die liefde leek in één keer weg. Zo wil je niet afsluiten. Maar Feyenoord vond het allang goed. Die waren van mijn salaris af en verhuurden me maar wat graag, denk ik. Daar heb ik pas beseft dat ik het hier toch niet allemaal voor had gedaan. Dat ik zo toch niet via de achterdeur bij Feyenoord kon vertrekken. Ik wilde terug en door de voordeur naar buiten. De liefde voor het spel gaat echt boven het geld. Had ik dat niet gevoeld, dan was het oké geweest en was ik alleen voor het geld gegaan. Ik was niet gelukkig. Ik haal mijn geluk uit het voetbal en dat was weg. Toen ik terugkwam, ben ik elke dag bezig geweest om alsnog te slagen. Ik was te lui en gemakzuchtig geweest. Je bent jong, dus dat kan. Maar als ik dat nu zie bij die jonge gasten, zeg ik ze: Je hoeft alleen elke dag alles te geven dan gaat het vanzelf als je talent hebt. Ik heb ook twee jaar gedacht dat het automatisch zou gaan en dat is dus niet zo.’ [i]Wat heeft je destijds doen veranderen? [/i] ‘Dat speelse van de tijd bij FC Twente moest eruit. Daar speelden we zo lekker met Orlando Engelaar, Otman Bakkal en Ismail Aissati op het middenveld. Bijna intuïtief. Het voelde als Barcelona. Toen dacht ik: Dit is de top van het voetbal. Maar als je realistisch was, zouden we daarna nooit meer zoiets tegenkomen. Het is uitzonderlijk om bezig te zijn met mooi voetbal en niet met resultaat. We hadden toen het geluk dat het samenkwam. We speelden op die manier en pakten ook nog punten. Pas later is er een lichtje gaan branden dat het echt anders moet in de top. Dat je juist zonder bal moet kunnen spelen. Niet alleen in Dubai. In Engeland merkte ik daarna helemaal dat ik uit een ander vaatje moest tappen. Dan speel je, als je niet bij de beste zes clubs actief bent, wedstrijden waarin je geen bal hebt. Dan kun je ook geen mooie voetballer zijn. Je zal die bal eerst moeten veroveren. Ik zag die jongens bij Aston Villa naar het krachthonk rennen, creatine nemen, pillen nemen. Ik moest gewoon mee. Uiteindelijk heb ik wel bijna alles gespeeld.’ [i]Op het toppunt van je loopbaan ga je dan terug naar Feyenoord. En toen? [/i] ‘Ik wilde wel blijven, maar de aanbieding bleef maar uit. Bij Feyenoord had ik een kans op prijzen, speelde ik Europees. Ik was 29 en wilde niet terug als ik pas 32, 33 jaar zou zijn. Maar echt van waarde zijn in mijn sterkste periode.’ [i]De terugkeer naar Feyenoord bleek een schot in de roos te zijn. De eerste prijs kwam ook binnen. Hoe voelde dat? [/i] ‘Pff. Ik had al twee finales gespeeld en verloren. Dat we nu wonnen, heeft me echt veel gedaan. Net als de rest van het team. Dirk Kuijt en de trainer Giovanni van Bronckhorst kennen dat gevoel natuurlijk allang. Nu weet ik hoe dat naar meer smaakt, dat ik hier meer van wil. Het is die honger en die drang om dat gevoel weer te krijgen. Nu begrijp ik hoe Dirk, terwijl hij financieel onafhankelijk is en niets meer heeft te bewijzen, toch nog een keer alles wil geven voor een prijs. Daar had ik al ongelooflijk veel respect voor. Maar nu snap ik het ook beter. Het heeft ook niets met geld of status te maken. Het is een heel apart gevoel dat je jaar is geslaagd, je missie is voltooid. Dat er een beloning komt voor elke dag die je bezig bent geweest. Dan uiteindelijk dat gevoel op die Coolsingel met dat balkon, dat gevoel is onbeschrijfelijk. Dat heeft met onze hele groep veel gedaan. Vroeger dacht je: Volgend jaar beter. Nu willen en moeten we het wéér hebben. Niks volgende wedstrijd of volgend jaar. We blijven nu ook nooit meer hangen in een overwinning. Je bent hongerig en weet dat het kan.’ [i]Wanneer dacht je dit seizoen voor het eerst: Het kan en mag niet meer misgaan? [/i] ‘In Afrika, tijdens het toernooi om de Afrika Cup. Kijk, vorig jaar hadden we ook al een goede eerste helft, dat heb ik vaker meegemaakt bij Feyenoord en dan gaven we het na de winterstop weg. Toen wij nu de eerste drie wedstrijden na de jaarwisseling wonnen, was voor mij het gevoel daar: Dit gaat echt tot het einde. PSV en Ajax laten al jaren nauwelijks punten liggen na de winterstop. Nu hebben wij ook een goede reeks. Dan ontstaat er iets. Bij ADO verloren we vorig seizoen, maar slepen we er nu wél drie punten uit. We doen echt alles om te winnen. Ik denk dat dát het verschil is. Als het echt dichterbij komt, moeten we kijken hoe we daarop reageren. Maar die druk is voor Ajax nog hoger. Die mogen helemaal niets laten liggen. Vind ik knap hoe ze dat doen, net als PSV het knap oppakte. Zij kennen dit al uit vorige seizoenen. Het is aan ons te laten zien dat wij dat ook kunnen.’ [i]Hoe kijk je naar de discussies rond Dirk Kuyt? [/i] ‘Ik bewonder hem. Hij hoeft het voor niemand meer te doen, hij hoeft niets meer te bewijzen. Ik vind dat hij, net als andere echt grote spelers die terugkomen naar Nederland, regelmatig respectloos wordt behandeld. Dat is in Marokko ondenkbaar, Er mag wel wat meer respect zijn voor de manier waarop hij hier terugkomt en echt alles doet om zijn droom te verwezenlijken. Dan is het onnodig dat hij soms zo de grond in wordt geboord. Hij is zo belangrijk op en buiten het veld. Wie er wel of niet speelt, is niet relevant. We wonnen ook wedstrijden zonder Dirk, zonder Tonny, zonder Karim.’ [i]De trainer heeft intern gewezen naar de mogelijke gevaren die ontstaan na een kier in het collectief. Hij kent als geen ander de valkuilen. Hoe heb je dat ervaren? [/i] ‘De trainer is altijd rustig. Die zit in zo’n fase prima op zijn plaats. Ik had niet verwacht dat hij zo snel hoofdtrainer zou worden. Hij was als speler altijd rustig, maar je merkte wel dat hij er verstand van had en mensen in het veld echt op hun plaats zette. Het is snel gegaan. Zo zie je maar hoe dicht het bij elkaar ligt. Vorig jaar na zeven verloren wedstrijden moest hij volgens velen weg. Hoe hij daarmee omging, vond ik indrukwekkend. Dan moet je wel een goede trainer zijn als je dat doorstaat en zelf eigenlijk weinig verandert. Je hebt ook mensen die dan veranderen. Zo zie je maar dat je een trainer niet te snel moet ontslaan.’ [i]Je wordt in Rotterdam ook wel Koning Karim genoemd. Op het veld ben je een bikkelharde voetballer geworden. Hoe anders ben je eigenlijk? Wat is er veranderd? [/i] ‘Ik ben heel anders gaan kijken. Nu doe ik alles om te winnen. Op mijn positie kun je niet meer als een ballerina voetballen. Ik ben extreem geworden in mijn wil om te winnen. Soms zegt mijn moeder ook: “Je bent in het echt heel anders, op het veld doe je zo raar”. Maar ze snapt ook dat honderd procent overgave nodig is om te winnen. Er is geen volgende wedstrijd en geen volgend jaar meer. Ik wil nu winnen. Ik wil nu kampioen worden.’
Lees ook