-large.webp)
De competitie lijkt inmiddels aardig in de plooi te vallen. De eerste drie à vier plekken lijken wel vast te liggen en dat betekent dat er al met een schuin oog naar volgend seizoen wordt gekeken. In de AD Voetbalpodcast van het Algemeen Dagblad kijkt Mikos Gouka vooruit naar de transferzomer.
De traditionele top drie zal alle drie behoorlijk moeten investeren in hun selectie is de verwachting. “Het zal bij Feyenoord erger zijn dan bij PSV”, denkt Gouka die hardop nadenkt over het aantal vertrekkende spelers. “Bij Feyenoord kan het zomaar 5 à 6 spelers zijn die vervangen moeten worden.”
Dat Feyenoord dit jaar met ongeveer hetzelfde aantal punten als vorig jaar ver achter staat op de nummer 1 veranderd niets aan de wens voor volgend seizoen. “Feyenoord wil de strijd met PSV weer aangaan, maar sterker wordt je niet als je zoveel basisspelers verkoopt. Als je ze wilt vervangen dan moeten het spelers zijn van minimaal hetzelfde niveau of nog beter en dan moet ze ook nog een tijd binnen zijn. Dat is al heel moeilijk, moeten ze ook nog betaalbaar zijn en dan moet Slot, als hij blijft wat wel waarschijnlijk is, er ook nog in korte tijd een team van bouw en dat is wel moeilijk”, aldus de Feyenoord-watcher van het Algemeen Dagblad.
Monsterklus Te Kloese
Maar er is volgens Gouka niet alleen werk aan de winkel voor Dennis te Kloese op transfervlak. “Daarnaast moet Te Kloese ook nog aan de slag met van oudsher het wespennest de jeugdopleiding. Dat vinden sommigen niet leuk om te horen, maar het is al heel lang twee kampen”, aldus Gouka.
Het is wel belangrijk dat er spelers voortgebracht worden voor het eerste elftal. “Voor Feyenoord is het cruciaal dat ze spelers uit eigen jeugd blijven houden die het Nederlands elftal halenZoals nu het geval bij Hartman en een beetje bij Timber”, aldus Gouka die er op gewezen dat hij bijvoorbeeld nog Geertruida en Bijlow vergeet, maar het belang is duidelijk. “Daar wordt het meeste geld mee verdiend”, aldus Gouka.
Volgens Gouka wordt het tijd dat er iemand als hoofdjeugdopleiding komt die niet in een kamp past, maar die echt de opleiding vooruit helpt. “Iemand die een slinger kan geven aan de opleiding en bij bepaalde mensen denkt die hebben we wel nodig of die hebben we niet nodig. Wat nog steeds gebleven is, is dat het ene kamp het andere kamp niet kan luchten, dat wordt wel ontkend maar dat is niet zo.”
