Oud-Feyenoorder Daryl Janmaat beleeft een prachtig begin van het nieuwe voetbalseizoen bij zijn huidige werkgever Watford. Na vier gespeelde rondes heeft de ploeg van coach Javi Garcia het maximale puntenaantal behaald en staat daardoor medekoploper in de Premier League. Een ongekende prestatie van deze ploeg.
Daryl Janmaat speelde in alle vier de wedstrijd fantastisch en wordt gezien als één van de sterkhouders van Watford. Hij hoopt dan ook de sterke lijn door te kunnen trekken naar a.s. zondag in Parijs, waar het Nederlands elftal de eerste wedstrijd in de Nations League speelt tegen het thuisland, Frankrijk.
In gesprek met Voetbal International geeft de rechtsback van Oranje aan dat de tempo in de Premier League ontzettend hoog is, veel hoger dan in de Eredivisie, en dat elk duel dat hij als verdediger aangaat een letterlijk 'gevecht om de bal' is. Janmaat geeft aan dat het bij Feyenoord soms ook hard aan toe ging, maar lang niet zoals bij Watford. 'Misschien eens in de zoveel tijd één keer, maar hier zie ik ze elke week op me af komen. Je leert snel genoeg dat je je als verdediger in Engeland in eerste instantie moet focussen op dat verdedigen. Simpel zat. Doe je ’t niet, dan red je het ook niet. Dus op dat vlak heb ik me wel degelijk verbeterd en gelukkig ben ik dan ook nog in staat om me in balbezit met het spel te bemoeien. Volgens mij is dat wel waar het om draait in het buitenland: je moet vooral compleet zijn.'
Daryl Janmaat wordt bijna dertig jaar, maar denkt nog niet aan een terugkeer naar de Eredivisie. 'Laat ik het zo zeggen: ik voel me nog topfit, ik speel iedere week in, wat ik net zei, de beste en mooiste competitie ter wereld en we doen het geweldig. Ik kan en mag dus niet klagen, maar natuurlijk kom je vanzelf op een leeftijd dat je aan de toekomst moet denken. Ook aan die van mijn gezin.'
En over de interesse van Feyenoord? Hoe serieus was dat eigenlijk? Janmaat geeft eerlijk toe: 'Nooit officieel, maar het is wel zo dat ik er nooit een geheim van heb gemaakt ooit nog een keer terug te willen en dan ook nog op een leeftijd en in een fysieke toestand dat ik van toegevoegde waarde kan zijn. Ik kom niet om af te bouwen. Zoiets moet een keer net goed vallen, op het moment dat ik weg kan en weg wil en Feyenoord daarvoor openstaat. Afgelopen zomer was dat blijkbaar nog niet reëel.'
