Feyenoord kan morgen kampioen worden in de wedstrijd in Kralingen tegen Excelsior. Giovanni van Bronckhorst kan zijn eerste kampioenschap als trainer gaan vieren, hopelijk dus zondag in de Kuip en maandag op het balkon van het stadhuis aan de Coolsingel. Het [i]Algemeen Dagblad[/i] sprak met de trotse ouders van ‘Gio’.
De vader van Van Bronckhorst, Victor, werkt voor de gemeente en merkt dat er binnen de gemeentelijke organisatie keihard wordt gewerkt om een kampioenschap optimaal te faciliteren. ‘Op het stadhuis wordt dag en nacht doorgewerkt’, zegt hij. Waar de meeste ambtenaren maandag niet welkom zijn in het stadhuis (tenzij strikt noodzakelijk), mag de vader van de Feyenoord trainer met zijn vrouw Francien wél komen: in de Burgerzaal waar Feyenoord wordt ontvangen door de burgemeester. ‘Ik ken veel collega's die dat ook wel zouden willen, maar die dag gelden heel strenge maatregelen op het stadhuis. Als je er niets te zoeken hebt, kom je er niet in, ook al werk je bij de gemeente’.
Pa van Bronckhorst hoopt dat alles rustig verloopt bij een mogelijke huldiging maandag, maar denkt niet dat het een vlekkeloze gebeurtenis wordt: ‘Onder invloed van drank en pillen gebeurt altijd wel wat. Maar ik geloof niet dat het zo massaal uit de hand loopt als in 1999. Ik denk dat we van dat tafereel weinig zullen kunnen zien. Er mogen geen ramen open omdat het stadhuis anders vol met rook van alle fakkels komt te staan’.
De ouders van Van Bronckhorst hopen dat hun zoon nog een tijdje bij Feyenoord blijft plakken en niet de stap naar het buitenland maakt. Vooral moeder Francien is een beetje angstig voor een vertrek en vindt het fijn dat ‘Gio’ nu zo dichtbij woont, iets wat tijdens zijn loopbaan als speler vaak niet zo was. Gaat Van Bronckhorst Feyenoord snel verlaten? Victor: ‘Ik weet het niet, ik heb er (red. over een bondscoachschap) Giovanni nooit over gehoord'. Francien: ‘Dat zou ook wel heel erg snel zijn. Ik hoop ook geen buitenlandse club, ik heb hem nu zo lekker dicht in de buurt. Nee hoor, laat hem nog maar lekker even hier’.
